Onderzoeksvragen
Onderzoeksvraag
Je weet nu welk onderwerp je wilt gaan onderzoeken. Daarna moet je bedenken 'wat wil ik eigenlijk weten over dit onderwerp' oftewel een onderzoeksvraag opstellen.
Een goede onderzoeksvraag is superbelangrijk. Je zult eerst veel tijd moeten besteden aan het vinden van een goede vraag.
Een goede vraag is een vraag die te beantwoorden is in jullie werkstuk. Dat is een open deur, maar wel waar. Je moet voor ogen houden dat je profielwerkstuk te snappen moet zijn voor jouw klasgenoten. Dat is je publiek.
Baken je onderzoek goed af, maar zorg er ook voor dat je niet na één hoofdstuk al je vraag hebt kunnen beantwoorden.
Kijk hieronder voor een indeling van soorten vragen.
Hoe?
Voor het formuleren van goede vragen moet je eerst nagaan wat je al van het onderwerp weet. In de oriëntatiefase ga je al op zoek naar informatie. Je gaat nog geen gerichte vragen formuleren, maar je laat je leiden door de informatie die je vindt. Wikipedia kan daarbij een eerste stap zijn. Let wel op dat je Wikipedia niet kunt opvoeren als bron in je werkstuk, want je moet wel altijd de informatie die je daarop vindt checken in andere bronnen. Maar als start is het prima. Ook om de gebruikte terminologie van het onderwerp te ontdekken.
Het is belangrijk om continu de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van je onderzoek in ogenschouw te houden bij het formuleren van je onderzoeksvraag.
SMART
Bij het formuleren van vragen is het van belang dat je open vragen formuleert. Een vraag die je met ja of nee kunt beantwoorden is natuurlijk geen basis voor een profielwerkstuk.
Je onderzoeksvraag moet SMART zijn:
- Specifiek;
- Meetbaar;
- Acceptabel;
- Realistisch; en
- Te doen binnen de tijd.
Naast een hoofdvraag formuleer je een aantal deelvragen. Die beantwoorden dan samen de hoofdvraag. Dit bepaalt natuurlijk ook de structuur van je profielwerkstuk.
Indeling soorten vragen
(bron: Scribbr.nl)
Beschrijvende vragen
Beschrijft bijvoorbeeld een situatie, een begrip of een persoon op basis van eigen of verzamelde waarnemingen.
Handig om het onderwerp van het onderzoek te verkennen. Beschrijvende vragen zijn meestal het startpunt van je onderzoek:
- Helpen je om het onderwerp je werkstuk overzichtelijk te krijgen.
- Gaan altijd over het hier en nu.
Wie?
Wat?
Welke?
Waar?
Wanneer?
Hoelang?
Hoe(veel)?
Wat zijn de kenmerken?
Wie moet dit uitvoeren?
Hoe ziet het eruit?
Voorbeeldvragen:
Wat is de populatie van de wereld?
Welke maatregelen neemt de overheid komend jaar om de belastingdruk te verlagen?
Welke maatregelen worden er getroffen in Nederland voor kinderen met autisme op de basisschool?
Verklarende vragen
Vergelijking en/of verklaring en gevolgen/ verbanden leggen
Verklarende vragen zijn er om de oorzaak van het probleem te achterhalen. Hierdoor worden ze ook wel de ‘waarom’-vragen genoemd. Toch kun je ook verklarende vragen verzinnen met woorden als ‘wat’ en ‘hoe’.
Wat is het verschil tussen?
Wat is overeenkomst?
Waardoor?
Waarom?
Hoe komt het dat? Wanneer + gaat?
Waartoe leidde?
Verklaar hoe?
Waar is dit een gevolg van?
Hoe komt dat?
Wat zijn de oorzaken?
Voorbeeldvragen:
Wat is de oorzaak van de opwarming van de aarde?
Waarom is er veel ziekteverzuim bij Rabobank Nederland?
Hoe komt het dat elke stof smelt bij een bepaalde temperatuur?
Wat is de oorzaak van het verkleuren van bladeren in de herfst?
Vergelijkende vragen
Als je verschillen en overeenkomsten wilt aantonen.
Wat zijn de verschillen?
Wat zijn de overeenkomsten?
In welke opzichten zijn ze anders? Op welke punten lijken ze op elkaar?
Voorbeeldvragen:
Wat is het verschil tussen gebarentaal en lichaamstaal?Wat zijn de overeenkomsten in het politiek systeem tussen Nederland en Rusland?
Definiërende vragen
kun je uitzoeken hoe datgene wat je onderzoekt zich verhoudt tot het grotere geheel. Je kunt hiermee een verschijnsel typeren en indelen.
In welke stadium zit de ontwikkeling?
Hoe kan het getypeerd worden? Waar is het een voorbeeld van? Hoort het hierin thuis?
Voorbeeldvragen:
Hoe kan de nieuwe onderklasse die is ontstaan in Nederland typeren?
Bij welke stroming socialisten kun je deze nieuwe opkomende beweging indelen?
Voorspellende vragen
Voorspelling doen voor iets dat zal plaatsvinden in de toekomst
Je kunt een uitspraak doen over een te verwachten gevolg in de toekomst.
Wat zijn de gevolgen van....?
In welke mate zal?
Waar zal dat toe leiden?
Zal in de toekomst?
Waar moet organisatie X op zijn voorbereid?
Voorbeeldvragen:
Hoeveel hypotheken zullen onder water staan als de economische crisis tot 2020 voortduurt?
Welke mogelijk gevolgen heeft het vernieuwde belastingplan voor alleenstaande ouderen?
Zal in de toekomst openbaar vervoer betaalbaar blijven?
Probleemoplossende/ ontwerpende/ adviserende vragen
Oplossing voor bestaand probleem vinden
Ontwerpende vragen richten zich op de nabije toekomst. Voordat ontwerpende vragen gesteld worden, moeten vaak eerst verklarende vragen beantwoord worden. Deze verklarende vragen kunnen bijvoorbeeld deelvragen zijn. De ontwerpende vraag is dan je hoofdvraag.
Hoe kunnen we...?
Welke maatregelen kunnen genomen worden....?
Hoe kan ervoor gezorgd worden dat…?
Hoe moet…?
Wat kan er gedaan worden om dit op te lossen?
Voorbeeldenvragen:
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat Nederland over drie jaar 50% minder analfabeten telt?
Hoe kunnen we de jongerenwerkloosheid terugdringen?
Evaluerende/ normatieve vragen
Eigen mening/argumenten afwegen
Met evaluerende vragen wil je de waarde ergens van vaststellen. Je wilt bekijken of het wenselijk, goed, normaal of bruikbaar is. Je kunt best een mening of oordeel geven. Daarom worden het ook wel mening vragen en ethische vragen genoemd.
Wat zijn de positieve punten?
Wat is de waarde ervan?
Hoe goed werkt het?
Hoe geschikt is het?
Hoe wenselijk is…?
Wat zijn voordelen of nadelen?
In hoeverre is:
....belangrijk/ onbelangrijk?
… geslaagd/mislukt?
… verstandig/ onverstandig?
… goed/slecht?
Voorbeeldvragen:
Hoe ervaren leerlingen het zelfstandig werken in het studiehuis?
Is het wenselijk dat de werknemers extra worden gecontroleerd?
Wat is de waarde van het hebben van een gezonde werkomgeving voor werknemers?
Toetsende vragen
Meten van een bepaald effect
Een toetsende vraag mag een gesloten vraag zijn en mond vaak uit in een of meerdere hypothese(n). Deze vragen kun je met ja of nee beantwoorden.
Omdat je een effect wilt meten, maak je hierbij vaak gebruik van experimenten. Toetsende vragen komen vaak voor bij wetenschappelijk onderzoek.
Zijn jongens sneller dan meisjes? Welk effect heeft….op….?
Voorbeeldenvragen:
Scoren studenten beter op het tentamen bij het volgen van online colleges in plaats van offline colleges?
Welk effect heeft het afnemen van preventieve alcoholcontroles op het aantal mensen die dronken achter het stuur gaan zitten?
Heb ik een goede onderzoeksvraag voor mijn profielwerkstuk?
Het opstellen van een goede onderzoeksvraag blijft een zeer lastige taak. Er zijn een aantal criteria waaraan je vraag moet voldoen en waarmee je de kwaliteit van je onderzoeksvraag kan beoordelen. Dit zijn onderzoekbaarheid, haalbaarheid en specificiteit, relevantie en originaliteit.
Onderzoekbaarheid
Middels een aantal checks kun je de onderzoekbaarheid van je onderzoeksvraag beoordelen.
Bijvoorbeeld:
Je mag ‘en’ of ‘of’ niet gebruiken omdat je dan twee vragen stelt. Dat is niet toegestaan
Onderzoeksvraag is niet met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden. Wanneer je de onderzoeksvraag wel met ja kunt beantwoorden dan is je vraag niet open genoeg om te onderzoeken.
Haalbaarheid en specificiteit
Middels een aantal checks kun je de haalbaarheid en specificiteit van je onderzoeksvraag beoordelen.
Bijvoorbeeld:
Er zijn heldere keuzes gemaakt wat je gaat onderzoeken.
De hoofdvraag begint niet met ‘waarom’. Als de hoofdvraag met ‘waarom’ begint kan het antwoord vaak alle kanten op. Het is een verklarende vraag; let op dat deze vraag specifiek genoeg is.
Relevantie en originaliteit
Middels een aantal checks kun je de relevantie en originaliteit van je onderzoeksvraag beoordelen.
Onderwerp is actueel. Als het onderwerp niet actueel is het mogelijk al eerder onderzocht. De resultaten zijn mogelijk niet innovatief genoeg.
De maatschappij heeft iets aan het antwoord op de hoofdvraag.