Opzet: opbouw en onderzoeksvraag

Youtube inhoud kan niet getoond worden met je huidige cookie-instellingen. Selecteer "Toestemmen & tonen" om de inhoud te zien en de Youtube cookie-instellingen te accepteren. Meer info kun je lezen in onze [Privacyverklaring](/privacyverklaring/. Je kunt je altijd weer afmelden via je [cookie-instellingen] /cookie-instellingen/.

Toestemmen & tonen

Opbouw

De opbouw van je profielwerkstuk is je fundament waarop je gaat bouwen, oftewel waar je onderwerp en onderzoek op steunt. Tijdens het opstellen van je plan van aanpak moet je hier al goed over nadenken en het skelet van je profielwerkstuk uitwerken.

Je doet dit door de hoofdstukkenstructuur (skelet) van je profielwerkstuk vast uit te werken in je plan van aanpak welke je later kan overnemen in je profielwerkstuk. De verschillende vakgebieden waar je uit kan kiezen vereisen ieder een verschillende opbouw, kijk dus eerst goed wat de vereiste zijn van het door jouw gekozen vakgebied. Zie voor meer informatie over de vereisten het pws-boekje of vraag je begledier. Kijk bij Tips & Tricks hoe je makkelijk een hoofdstukkenstructuur met dynamische inhoudsopgave maakt in Microsoft Word.

Youtube inhoud kan niet getoond worden met je huidige cookie-instellingen. Selecteer "Toestemmen & tonen" om de inhoud te zien en de Youtube cookie-instellingen te accepteren. Meer info kun je lezen in onze [Privacyverklaring](/privacyverklaring/. Je kunt je altijd weer afmelden via je [cookie-instellingen] /cookie-instellingen/.

Toestemmen & tonen

Onderzoeksvraag

Dit is misschien wel het moeilijkste onderdeel van het PWS. Een goede onderzoeksvraag is heel belangrijk, want die bepaalt welke stappen je gaat zetten. Probeer ook alvast te bedenken wat voor soort antwoorden op de onderzoeksvraag mogelijk zijn. Het vooraf formuleren van de uitkomst(en) van een onderzoek noem je een hypothese. Of je een hypothese formuleert, hangt af van je onderzoeksvraag. Ook is het belangrijk om na te denken over wat voor soort onderzoek (onderzoeksmethode) je gaat uitvoeren en hoe je dus je data wilt gaan verzamelen en verwerken. Kijk op pagina Databanken voor een overzicht van een aantal beschikbare databanken.

Een scherp geformuleerde en goed afgebakende onderzoeksvraag is een noodzakelijke voorwaarde om het profielwerkstuk tot een goed einde te brengen. Het motto luidt: inperken en afbakenen.

Realiseer je wel dat je al vrij veel van een onderwerp moet weten om een goede onderzoeksvraag te kunnen formuleren. Het is dus zaak om je eerst globaal goed in te lezen. Zoek alvast op internet naar je onderwerp en lees er over. Zo krijg je al een beeld van wat je interessant of minder interessant aan je onderwerp vindt. Als je de minder interessante dingen weglaat kun je meer diepgang geven aan je onderwerp en onderzoek je ook iets wat je leuk vindt. Dat is net zo belangrijk.

Kijk op pagina Onderzoeksvragen voor meer informatie en voorbeelden.

Deelvragen

Meestal is een onderzoeksvraag opgedeeld in een aantal deelvragen, waarmee je het onderzoek splitst in kleine stappen. Door alle deelvragen te beantwoorden geef je antwoord op je hoofdvraag. Deelvragen brengen structuur in je onderzoek: het wordt gemakkelijker om informatie te zoeken en te selecteren. Ook brengen ze structuur in je verslag: deelvragen worden later vaak de hoofdstukken van je profielwerkstuk. Deelvragen zorgen daarnaast voor volledigheid: ze verkleinen de kans dat je iets over het hoofd ziet. In deelvragen wordt gevraagd naar het wie, wat, waar, welke, wanneer, hoe, waarom, waardoor, waarvoor, waarmee en waartoe.

Met de hoofdvraag en de deelvragen maak je duidelijk wat je wel en wat je niet gaat onderzoeken. Je kunt dan beter selecteren welke informatie bruikbaar is. 
Bovendien is het met een duidelijke onderzoeksvraag makkelijker om conclusies te formuleren.


Valkuilen

Bespreek je plannen met je begeleider, want er zijn een aantal (diepe) valkuilen:
 
- Je onderzoeksvraag is te simpel (kan na wat literatuuronderzoek al worden beantwoord)
- te algemeen gesteld (je weet nog niet genoeg van het onderwerp).
- Je onderzoeksvraag is te uitgebreid en kan nooit in de beschikbare tijd worden uitgevoerd.
- Je onderzoeksvraag heeft onvoldoende diepgang.
- Je onderzoeksvraag is te sterk gericht op literatuuronderzoek en bevat nauwelijks praktisch onderzoek.
- Je onderzoeksvraag is onuitvoerbaar.
-  Je onderzoeksvraag is te specifiek (er zijn te weinig goede     bronnen beschikbaar).
 
Een onderzoek doen kan voor verrassingen zorgen. Dingen zijn vaak anders dan ze op het eerste gezicht lijken. Tijdens het lezen van informatie of tijdens het maken van een ontwerp of het opstellen van een proefopstelling kun je tot de ontdekking komen dat je de onderzoeksvraag moet aanpassen. Dat moet je dan zeker doen!